Weer een poging gedaan

Het rondbrengen van een kaartje voor Emma’s verjaardagsfeestje gaat net even anders. Keuzes die zij maakt voor wie ze uitnodigt, zijn niet voor iedereen begrijpelijk. Zelf haar gedachtes uitleggen in woorden is lastig. Vooral hiermee blijven oefenen. 

Emma gaat op haar tenen staan en drukt op de bel. Ik sta achter haar. Een lange vader doet de voordeur open. Hij kijkt naar mij, dan naar mijn dochter en ik zie aan zijn blik dat hij verrast is. Emma doet haar armen naar voren, want het is compleet logisch waarom we hier zijn. Voor haar wel. In haar handen een kaartje. Ze reikt uit en zegt zachtjes: ‘Alsjeblieft.’
De vader kijkt nieuwsgierig naar het geknutselde stukje papier. Op de voorkant een geplakt poëzie-plaatje van een meisje, versiersel met stift en groot Emma’s naam in kleur. Hij heeft nog geen vermoeden. Zijn verbaasde gezicht staart naar ons. Dan besluit hij het gewoon te vragen. Met het kaartje in zijn hand hurkt hij en zegt tegen Emma: ‘Je bent jarig?’ ‘Nee-eeh, al gewee-eest,’ is haar wat onvriendelijke respons op een man die echt wel zijn best doet, maar er nog niet in slaagt haar manier van denken te ontrafelen. ‘Oh,’ is zijn antwoord. Het gesprek stopt.

Liever luisteren? Hier hoor je de voorgelezen tekst.

 

Zo veel woorden
In het contact tussen een onbekende en mijn dochter gebeurt dit vaak. Dat ‘nee’ haar eerste reactie is. Of in een uitbundige bui: ‘Nee joh, dat bedoel ik niet.’ De wereld om haar heen gaat snel, veel sneller dan zij. De hoeveelheid woorden die zij begrijpt zijn er veel, maar veel minder dan de hoeveelheid woorden die ze kan zeggen.

Voor Emma is het helder: Ik ben jarig geweest dus ik ga een kinderfeestje geven. Vier kinderen mag ik uitnodigen. Flore wil ik erbij. Omdat ik Flore erbij wil. Ik heb nog niet eerder met haar gespeeld. Maar Flore vind ik lief, dus wil ik dat zij ook komt.
Maar al deze woorden heeft zij op dat moment niet.

Blijven oefenen
Nog een keer bekijkt de vader het kaartje. Hij draait het om en scant de inhoud. Ik zie het kwartje vallen en hij spreekt de logische woorden: ‘Je gaat een kinderfeestje geven!’ Op Emma’s gezicht verschijnt een lach, want zo klopt het voor haar. Hij vervolgt: ‘Flore fietst in de buurt. Misschien kan je gaan kijken en haar de uitnodiging brengen?’ Maar Emma gooit het kaartje op de mat: ‘Voor Flore.’ Ze draait zich om en gaat tevreden in de bakfiets zitten. 
Weer een poging gedaan, denk ik als we wegfietsen. Vooral veel blijven oefenen. En daarom óók dit feestje.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *